Vorden Lindeseweg 6 Huize De Kiefskamp

  1. Home
  2. Monumenten
  3. Vorden Lindeseweg 6 Huize De Kiefskamp

Vorden Lindeseweg 6 Huize De Kiefskamp

Monument ID

521453

Adres

Lindeseweg 6

Plaats

Vorden

Bouwstijl

Kasteel-Landhuis

Monument soort

Rijksmonument

Datering

1776 en ca 1920

Gemeente

Bronckhorst
Vorden Lindeseweg 6 Huize De Kiefskamp
Vorden Lindeseweg 6 Huize De Kiefskamp
Vorden Lindeseweg 6 Huize De Kiefskamp
Vorden Lindeseweg 6 Huize De Kiefskamp
Vorden Lindeseweg 6 Huize De Kiefskamp
Vorden Lindeseweg 6 Huize De Kiefskamp
Vorden Lindeseweg 6 Huize De Kiefskamp
Vorden Lindeseweg 6 Tuin en Park bij Kiefskamp
Vorden Lindeseweg 6 Huize De Kiefskamp
Vorden Lindeseweg 6 Huize De Kiefskamp
Vorden Lindeseweg 6 Huize De Kiefskamp

Bron: Rijksmonumentenregister
Omschrijving onderdeel 1: HOOFDGEBOUW (De Kiefskamp).

Huize de Kiefskamp ligt aan het einde van een lange, brede, met beuken beplante zicht- en toegangslaan. Het huis is in twee fasen gebouwd. Het oudste deel kwam vermoedelijk omstreeks 1776 tot stand in opdracht van de toenmalige eigenaar Johan Hendrik Brass. Het betreft een rechthoekig gebouw van rode baksteen, bestaande uit twee bouwlagen en een zolder onder een afgeplat schilddak van gesmoorde Hollandse pannen. De voorgevel is vijf traveeën breed en voorzien van schuifvensters met kleine ruitjes en persiennes. Centraal een halfronde risalerende middenpartij waarin zich de ingang bevindt. Deze bestaat uit een dubbele deur met bovenlicht (zowel deuren als bovenlicht zijn voorzien van kleine ruitjes), opgenomen in een pilasterstelling en voorafgegaan door een hardstenen stoep van twee treden. De deur wordt met het bovengelegen schuifvenster verbonden door een eenvoudig geprofileerd hardstenen verbindingsstuk. In de gebogen gevel ter weerszijden van de middenas smalle schuifvensters zonder luiken. Op het dak ter linker en rechterzijde een dakkapel met wangen, halfronde bekroning en een meerruits draairaam; boven de risalerende middenpartij een gemetselde borstwering waarin een meerruits draairaam is opgenomen. De voorgevel heeft een hardstenen plint en een gepaneelde borstwering, waarvan de deklijst de onderdorpel vormt van de vensters van de begane grond. De zijgevels zijn voorzien van vensters met persiennes als in de voorgevel; op het dak een dakkapel met halfronde bekroning en wangen, waarin drie vensters zijn opgenomen. Aan de bovenzijde worden de gevels afgesloten door een hoofdgestel met een gootlijst op klossen. Dit hoofdgestel is bij de uitbreiding doorgetrokken over het nieuwe deel van het huis. De uitbreiding vond plaats in 1920 en 1930 in opdracht van het echtpaar Van den Wall Bake-del Court van Krimpen, eigenaar van het landgoed sinds 1919. Het huis werd hierbij aan de achterzijde vergroot met een bouwdeel met U-vormige plattegrond naar een ontwerp van architect Sam. de Clerq. Het oorspronkelijk bebouwde oppervlak werd door deze ingreep meer dan verdubbeld. De aanbouw is opgetrokken in een stijl die goed aansluit bij het oorspronkelijke gebouw. Net als het 18de-eeuwse pand werd de 20ste-eeuwse uibreiding opgetrokken uit rode baksteen, bestaat het uit twee bouwlagen en een zolder onder een samengesteld schilddak met gesmoorde Hollandse pannen, is het vijf traveeën breed en voorzien van vensters met persiennes als in de voorgevel. In het terugliggende middendeel aan de achterzijde bevindt zich centraal een ingangspartij in 18de-eeuwse stijl, bestaande uit een deur met meerruits bovenlicht binnen een pilasterstelling. Dit middendeel wordt ter hoogte van de kap bekroond door een gemetselde borstwering met getoogde middenpartij waarin een rondboog venster met kleine ruitjes is opgenomen. De uitspringende vleugels ter weerszijden zijn aan de tuinzijde op het niveau van de begane grond voorzien van een dubbele openslaande meerruits deur met meerruits bovenlicht en persiennes. De hoeken van beide vleugels worden geaccentueerd door een kwartronde natuurstenen profiellijst. De vleugels worden gedekt door een dwarsgeplaatst schilddak dat aansluit op het dak van het oorspronkelijke pand, de ruimte tussen de vleugels wordt in de breedte-richting overkapt. In de vensterassen van de beide vleugels aan de achterzijde een dakkapel als in de voorgevel. De zijgevels zijn vrijwel identiek. De grens tussen het oorspronkelijke huis en de ‘nieuwbouw’ wordt gemarkeerd door een kwartronde natuurstenen profiellijst als aan de achterzijde. Het jongere bouwdeel is twee traveeën diep waarvan de noordelijke travee voorzien is van vensters als in de voorgevel en van een eenvoudige dakkapel met dubbel draairaam. De zuidelijke traveeën op de hoek zijn op begane grond niveau uitgebouwd; de aanbouw is voorzien van de gebruikelijke vensters met persiennes; op de verdieping zijn openslaande meerruits deuren met meerruits bovenlicht aangebracht, welke toegang geven tot het balkon dat zich op de aanbouw bevindt; het balkon is voorzien van een gemetselde borstwering. Op het dak een kapel als in de voorgevel. Tegen de westelijke zijgevel bevindt zich aansluitend op genoemde aanbouw een bijkeuken met dienst- en kelderingang.

Het interieur van het hoofdgebouw kent een zorgvuldige en verfijnde afwerking, die sinds de bouwtijd nagenoeg gaaf bewaard is gebleven. Voor het noordelijk deel van het huis betekent dit een datering in het laatste kwart van de 18de eeuw en voor het zuidelijk deel een datering omstreeks de jaren ’20 van de 20ste eeuw. Niet alleen de oorspronkelijke plattegrond en indeling zijn vrijwel ongewijzigd intact gebleven, ook het oorspronkelijke houtwerk en veel van het oorspronkelijke hang- en sluitwerk zijn bewaard gebleven. Daarbij zijn in diverse vertrekken nog marmeren of houten schouwen, schoorsteenstukken, ingebouwde kasten met geprofileerde paneeldeuren en/of verfijnde stucplafonds aanwezig. De 18de-eeuwse vestibule vormt een fraai voorbeeld van de zorgvuldigheid en verfijnde harmonie die ook elders in het huis worden aangetroffen. Het nagenoeg ronde vertrek heeft een grijs geaderde wit marmeren vloer, gelegd in tegels van ca. 50 bij 50 cm, een marmeren plint, inbouwkasten die ten dele de ronde lijn van de wand volgen (bovendeel), en deels juist een geprononceerde bolling vertonen (onderzijde). De kasten zijn opgenomen in een pilasterstelling en voorzien van zorgvuldig afgewerkte paneeldeuren. Het elegante stucplafond is gedecoreerd met geprofileerd band- en lijstwerk in curven, ranke bloemenslingers en vogels. Het 20ste-eeuwse trappenhuis in de centrale hal is eenvoudig, maar krachtig van belijning, de gepaneelde trapleuning, de galerij op de verdieping en het daklicht vormen een harmonieus geheel. In een vergelijkbare stijl werd de betimmering van diverse vertrekken aan de noordzijde van het huis uitgevoerd.

Waardering

Het HOOFDGEBOUW (De Kiefskamp) is van algemeen belang:

– vanwege de ouderdom;

– vanwege de bijzonder harmonieuze en gaaf bewaarde architectonische vormgeving;

– vanwege de nagenoeg oorspronkelijke plattegrond en indeling;

– als representatief voorbeeld van een 18de-eeuws patricierslandhuis dat in het begin van de 20ste eeuw aanzienlijk werd uitgebreid en dat dientengevolge interieurafwerkingen uit verschillende perioden kent, waaronder bijzondere stucplafonds en betimmeringen uit de tweede helft van de 18de eeuw;

– vanwege de kenmerkende ligging binnen de parkaanleg;

– vanwege de functioneel-ruimtelijke relatie met de andere onderdelen van de buitenplaats.

Menu