Vorden Kerkhoflaan 4 Begraafplaats

  1. Home
  2. Monumenten
  3. Vorden Kerkhoflaan 4 Begraafplaats

Vorden Kerkhoflaan 4 Begraafplaats

Monument ID

480839

Adres

Kerkhoflaan 4

Plaats

Vorden

Bouwstijl

Begraafplaats

Monument soort

Rijksmonument

Datering

1829

Gemeente

Bronckhorst
Kerkhoflaan 4 Vorden Begraafplaats
Vorden Kerkhoflaan 4 Begraafplaats

Vroeger werden de overledenen meestal in en rondom de kerk begraven. Dit leidde vaak tot onhygiënische situaties. Koning Willem I bepaalde daarom dat gemeenten met meer dan 1000 inwoners vanaf 1829 hun doden niet meer mochten begraven in en rondom de kerken. De doden moesten buiten de bebouwde kom begraven worden. Ook voor veel kleinere gemeenten was dit besluit aanleiding om hun oude kerkhof bij de kerk te sluiten en een nieuw kerkhof in te richten, zo ook Vorden.

Op 29 oktober 1828 werd door het gemeentebestuur van Vorden aanbesteed, “het bouwen van een doodgravers-woning, en een terrein voor de aanleg van een begraafplaats”. De woning moest worden voorzien van een gemetselde boog met grote deuren om toegang te geven tot de begraafplaats.
De beheerderswoning is rond 1840 gebouwd en in 1880 gesloopt.
Het stond op de plek van de toegangspoort met een gedicht van dichter A.C.W. Staring , “Uit nacht rijst morgenrood, het leven uit den dood”.
Er is toen een nieuw baarhuis gebouwd, dat er nog steeds staat.

Van de vijf begraafplaatsen die de gemeente Bronckhorst beheerd is die van Vorden zeker niet de minste. Deze begraafplaats is tussen 1828 en 1829 aangelegd op een stuk heidegrond dat hiertoe werd afgestaan door de Marke van Vorden.

Vorden Kerkhoflaan 4 Begraafplaats
Vorden Kerkhoflaan 4 Begraafplaats

Volgens verschillende bronnen vond de eerste begrafenis al in 1829 plaats, maar het oudste grafmonument dateert uit 1838.
Hier liggen J.A. ter Maeten (1778-1838) en A.S.G Bruinier (1778-1858) begraven.

De vele historische graven op de begraafplaats geven inzicht in de geschiedenis van Vorden en haar bewoners.
Zij vertellen het verhaal van bekende en minder bekende mensen, de arbeiders, boeren, notabelen, de adel en militairen.

De grafheuvels van de adellijke families zijn Rijksmonumenten maar ook de vermelding van boerderijnamen op de verschillende grafmonumenten is opmerkelijk.

Vorden Kerkhoflaan 4 Begraafplaats

Bron: Rijksmonumentenregister
GRAFKELDER VAN DEN HUIZE VORDEN 1902.

Rechthoekig bakstenen grafhuis met vier pilasters en vier steunberen (op elke hoek een pilaster, aan elke lange zijde twee steunberen) op cementen basementen met uitgemetselde blokken; zadeldak met leien gedekt, natuurstenen geprofileerd fronton met in het middenveld het opschrift in hoofdletters en van het jaartal 1902 de cijfers 19 resp. 02 in de hoeken; sobere achtergevel; de pilasters van de voorgevel dragen natuurstenen bollen; dubbele ijzeren deur in rondboogomlijsting; eenvoudig smeedijzeren hekwerk met bakstenen voeting en daarin hardstenen steunblokken.

Binnen het hekwerk enige rhododendrons.

Uit 1902 daterend grafhuis van huis Vorden van cultuur-, architectuurhistorisch, en typologisch belang als Rijksmonument.

Vorden Kerkhoflaan 4 Begraafplaats
Vorden Kerkhoflaan 4 Begraafplaats
Vorden Kerkhoflaan 4 Begraafplaats
Vorden Kerkhoflaan 4 Begraafplaats

Bron: Rijksmonumentenregister
GRAFHEUVEL VAN HUIS DE WIERSSE (FAMILIE VAN HEECKEREN).

Grafheuvel met aarde, gras,heide en (ged.) klimop bedekt, en daarin aan de voorzijde (vertikaal) het grafteken van Van Heeckeren van De Wiersse; eenvoudig smeedijzeren hekwerk op bakstenen voeting en met hardstenen steunblokken.

Grafheuvel met grafteken van huis De Wiersse (familie Van Heeckeren) van cultuurhistorisch en typologisch belang als Rijksmonument.

Vorden Kerkhoflaan 4 Begraafplaats
Vorden Kerkhoflaan 4 Begraafplaats

Bron: Rijksmonumentenregister

GRAFHEUVEL VAN HUIS HACKFORT.

Grafheuvel met aarde, gras en klimop (ged.) bedekt en aan de voorzijde (verticaal) het grafteken voor Hackfort; eenvoudig smeedijzeren hek op bakstenen voeting met hardstenen blokken waarin de hekpijlers.

Grafheuvel met grafteken van huis Hackfort van cultuurhistorisch en typologisch belang als Rijksmonument.

Vorden Kerkhoflaan 4 Begraafplaats
Vorden Kerkhoflaan 4 Begraafplaats
Vorden Kerkhoflaan 4 Begraafplaats

Bron: Rijksmonumentenregister

GRAFHEUVEL VAN HUIS DE WILDENBORCH.

Grafheuvel met aarde en gras bedekt en daarin de liggende zerk voor mr. A.C.W. Staring van den Wildenborch c.s.; eenvoudig smeedijzeren hekwerk op bakstenen voeting met een klein aantal hardstenen steunblokken.

Grafheuvel met grafteken van huis De Wildenborch van cultuurhistorisch en typologisch belang als Rijksmonument.

Vorden Kerkhoflaan 4 Begraafplaats
Kerkhoflaan 4 Vorden Begraafplaats
Kerkhoflaan 4 Vorden Begraafplaats

Bron: Rijksmonumentenregister

GRAFHEUVEL VAN HUIS DE WIERSSE (FAMILIE VAN LIMBURG STIRUM).

Grafheuvel met aarde, klimop en maagdepalm bedekt, en daarin aan de voorzijde (vertikaal) het grafteken met daarop het opschrift “Rustoord Van Limburg Stirum”, en aan de achterzijde een hardstenen kruis met daarop de tekst “Komt tot mij allen die vermoeid en belast zijn en ik zal U rust geven”; eenvoudige smeedijzeren hekwerk op bakstenen voeting en natuurstenen steunblokken.

Grafheuvel met grafteken van huis De Wiersse (familie Van Limburg Stirum) van cultuurhistorisch en typologisch belang als Rijksmonument.

Kerkhoflaan 4 Vorden Begraafplaats

Bron: Rijksmonumentenregister

GRAFHEUVEL VAN HUIS DEN BRAMEL.

Grafheuvel met aarde en gras bedekt, en daarin aan de voorzijde (vertikaal) het grafteken van Storm van ‘Gravesande; eenvoudig hekwerk op bakstenen voeting met natuurstenen steunblokken.

Grafheuvel met grafteken van huis Den Bramel van cultuurhistorisch en typologisch belang als Rijksmonument.

Vorden Kerkhoflaan 4 Begraafplaats
Vorden Kerkhoflaan 4 Begraafplaats
Vorden Kerkhoflaan 4 Begraafplaats

Bron: Rijksmonumentenregister

GRAFHEUVEL VAN HUIS HET ENSERINK.

Grafheuvel met liggende zerk voor mr. Frank Karel van Lennep 1865-1928; aan de bovenzijde segmentvormig opzetstuk waarin familiewapen; aldaar tevens een Iers kruis; bij het graf enkele rhododendrons; eenvoudig hekwerk op bakstenen voeting en natuurstenen steunblokken.

Grafheuvel van huis Het Enserink van cultuurhistorisch en typologisch belang als Rijksmonument.

Vorden, Algemene begraafplaats, Kerkhoflaan 4
In de 17e en 18e eeuw was het vrij gewoon dat er in kerken werd begraven. Uiteraard leidde dit tot veel overlast. Door het grote financiële belang dat de kerken hierbij hadden, duurde het toch nog tot in het begin van de 19e eeuw voordat hier verandering in kwam. Opvallend is dat Karel de Grote al in 809 verbood dat er in kerken werd begraven. Zijn verbod werd echter door de kerkvergadering verzacht en in 814 werd de keizer zelf bijgezet in een sarcofaag in de kerk te Aken. Pas in 1827 komt er een definitief verbod op het begraven in kerken. Koning Willem I vaardigt een voorlopig Koninklijk Besluit uit dat het begraven in kerken per 1 januari 1829 verbied. Iedere gemeente van meer dan duizend inwoners wordt verplicht een begraafplaats buiten de bebouwde kom aan te leggen. Verschillende gemeenten namen dit verbod niet serieus en legden vaak te kleine en op te korte afstand van de bebouwde kom een begraafplaats aan. Het Koninklijk Besluit uit 1827 had een min of meer voorlopig karakter, waardoor uitzonderingen mogelijk waren.
Uiteindelijk treedt op 9 mei 1869 de ‘Begraafwet’ in werking, waarmee het besluit uit 1827 definitief wordt. In deze wet wordt onder andere de wijze en plaats van begraven nauwkeurig bepaald en komt er een einde aan vrijwel alle uitzonderingen.

Van de vijf begraafplaatsen die de gemeente Bronckhorst beheerd is die van Vorden zeker niet de minste. Deze begraafplaats is tussen 1828 en 1829 aangelegd op een stuk heidegrond dat hiertoe werd afgestaan door de Marke van Vorden. Vanaf ongeveer 1920 begon men ook in klassen te begraven (1e, 2e en 3e klas), maar vanaf ca. 1975 wordt geen klassenindeling meer toegepast omdat men dit niet meer van deze tijd achtte. Op het oudste gedeelte zijn ook de particulieren, waaronder enkele ‘grote boeren’, begraven die daarvoor een eigen (familie)graf bezaten op de oude begraafplaats bij de kerk. Opvallend is dat de boerderijnaam veelal op de grafsteen staat vermeld. De graven toegekend aan de pachtboerderijen die bij een kasteel hoorden zijn gelegen in de onmiddellijke nabijheid van de grafkelders van deze kastelen. Algemene graven waren bestemd voor levenloos geboren kinderen en mensen die de uitvaart niet konden betalen, waarbij het verboden was om een gedenkteken te plaatsen. De oudste terug te vinden gedenksteen dateert van 28 mei 1838. Hier ligt begraven J.A. ter Maeten. Ook komen er op de begraafplaats hier en daar graftrommels voor, die onlangs gerenoveerd zijn.

De begraafplaats kent vijf gedeelten. Op het eerste en tevens oudste gedeelte heeft de eerste graflegging in 1828 plaatsgevonden. In totaal zijn hier 516 graven uitgegeven. Het meest opvallend op dit gedeelte zijn de grafkelders, die bij binnenkomst links en rechts van het hoofdpad liggen. Deze met hekwerken omgeven grafkelders behoren aan de veelal adellijke families die op de kastelen Vorden, Hackfort, de Wildenborch, de Wiersse, den Bramel en het Enzerinck woonden.
Een bekende persoon die in de grafkelder van de Wildenborch is begraven is A.C.W. Staring (1767-1840). Hij heeft het raadsvoorstel geschreven voor de totstandkoming van de begraafplaats. Staring, geboren in Gendringen, vestigde zich na zijn studie in 1791 op de Wildenborch en wijdde zich vervolgens met verve aan de ontwikkeling van het landgoed, dat in desolate toestand was gekocht door zijn ouders. Hiermee creëerde hij werkgelegenheid en gaf ook gelegenheid tot onderwijs aan de boerenkinderen. Staring is echter vooral bekend geworden als dichter. Ook de dichtregels op de binnenzijde van de toegangspoort van de begraafplaats zijn van zijn hand: ‘Uit nacht rijst morgenrood, het leven uit den dood.

De meeste grafmonumenten op dit oudste gedeelte van de begraafplaats bestaan uit Belgisch hardsteen, omdat dit materiaal relatief dichtbij gewonnen werd (voornamelijk België).
Graniet echter moest vaak van ver (Afrika) aangevoerd worden, waardoor het een veel kostbaarder materiaal was.
Tegenwoordig vormt het transport over grotere afstanden geen probleem meer, terwijl het (machinale) winnen van het materiaal ook veel eenvoudiger is geworden.
Een in het oog springend grafmonument op dit gedeelte dicht in de buurt van de grafkelder van de Wildenborch is dat van Carrie E. Couch, een uit Engeland afkomstig kindermeisje dat in dienst was van een in Zutphen woonachtige kleinzoon van A.C.W. Staring. Mogelijk is zij in 1892 bij een bezoek aan de Wildenborch overleden en begraven op een aan de Wildenborch behorende grafplek. Haar grafsteen bestaat uit Delabole leisteen, dat uit Engeland afkomstig is. De bruine verkleuring op de steen is het gevolg van oxidatie van de ijzerhoudende bestandedelen die ‘leksporen’ veroorzaken.

Het tweede gedeelte werd vanaf 1920 in gebruik genomen, in totaal zijn hier 452 graven uitgegeven. Het meest bijzonder van dit gedeelte is dat het lager ligt dan de rest van de begraafplaats, hetgeen problemen i.v.m. de grondwaterstand met zich meebracht. Om deze reden zijn de nieuwe graven die hier door inbreiding worden uitgegeven slechts enkeldiep, terwijl er op de rest van de begraafplaats dubbeldiep wordt begraven (twee kisten boven elkaar). Dit gedeelte is samen met het vierde gedeelte het meeste bosrijke deel van de begraafplaats.

Het derde gedeelte werd vanaf 1940 in gebruik genomen.
Hier zijn 478 graven uitgegeven. Het meest opvallend is de scheidingsstrook van gras met enkele bomen. Deze strook wordt gebruikt als strooiveld, waar men de as van gecremeerden kan uitstrooien. De 20 militaire rijksgraven bevinden zich ook in dit gedeelte.

Het vierde gedeelte, met 417 uitgegeven graven, is vanaf 1960 in gebruik genomen. Opvallend is hier niet alleen het bosrijke karakter, maar ook de hoge grafdichtheid.

Op het laatst aangelegde vijfde gedeelte worden vanaf 1989 graven uitgegeven, in totaal 535. Grenzend aan het vijfde gedeelte heeft in 2008 een uitbreiding plaatsgevonden die tot 2020 plaats kan bieden aan 400 graven. De aanleg van dit gedeelte past in de context van de omgeving, en de begraafplaats zelf, en heeft parkachtige uitstraling. Het is glooiend aangelegd met slingerende paden, en de aanplant bestaat uit bosplantsoen met voornamelijk jonge eiken, maar ook uit heesters en taxus. Een volgende uitbreiding zal in de nabije toekomst plaats vinden nabij de ingang, naast en voor de voormalige beheerderswoning.

De begraafplaats, die ten noorden van Vorden ligt, is aangelegd in dezelfde periode als de omliggende bossen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat vooral op het 1e gedeelte veel bosbomen zijn aangeplant. Hierdoor heeft de begraafplaats een uitzonderlijk natuurlijk groen karakter. Als men op dit gedeelte loopt krijgt men sterk het gevoel dat de graven ingepast zijn in een bestaand bos. Dit is echter niet het geval.
Spontaan opgekomen bomen zijn in het verleden vrijgesteld en als toekomstboom beheerd, bv rode en groene beuken en inlandse eiken. Ook komen we op de begraafplaats enkele solitaire (beeldbepalende) bomen tegen zoals een beuk en een Douglas. Verder komen we verspreid over de begraafplaats enkele coniferen tegen, voordeel van deze bomen is dat de indeling zowel zomer als winter goed herkenbaar blijft. De groene omgeving en de ligging buiten de bebouwde kom zorgen voor een bijzondere sfeer op de begraafplaats.
Rust en stilte is het meest opvallend bij betreding door bezoekers en nabestaanden.

De beplanting vormt een elementair onderdeel van de begraafplaats. Samen met de gedenktekens bepalen bomen, heesters, bodembedekkers, bolgewassen en grasbeplantingen voor een groot deel het beeld op deze begraafplaats. Ook zorgt de beplanting dat het de aanblik verzacht van een grote hoeveelheid gedenktekens bij elkaar.

Op het eerste gedeelte wordt gras toegepast met als doel de ruimte tussen de graven te bedekken. Het beheer hierbij is gericht op de natuurfunctie, waarbij een extensief beheer wordt toegepast, d.w.z. een ruigere bloemrijke grasvegetatie.
Het extensieve beheer geeft een natuurlijk beeld tegen lagere kosten. Verspreid op de begraafplaats komen sneeuwklokjes voor, die zorgen voor een mooi bloeiend beeld vroeg in het voorjaar. Men komt hier geen vaste planten tegen, aangezien de begraafplaats in een bosrijke omgeving ligt. Vaste planten horen in deze omgeving niet thuis. Bovendien leven op de begraafplaats konijnen, die vaste planten als een smakelijk tussendoortje beschouwen.
Bron: Brochure Open Monumentendag Bronckhorst 2016

Menu