Bron: Rijksmonumentenregister
Omschrijving
HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG. De tuin- en parkaanleg rond Den Bramel bestaat uit twee gedeelten. Rond het huis ligt het geometrische grachten- en lanensysteem met de tussenliggende terreinen, die waarschijnlijk nog van 17de-eeuwse datum zijn. Daar rond omheen is in het eerste kwart van de 19de eeuw een landschappelijk deel met wandelingen aangelegd, waarvan een aantal zeer markante laanbomen en solitairen resteert. In de loop van de 19de en vervolgens de 20ste eeuw is het park in landschapsstijl veranderd, opengehakt en er is weer bos bij geplant. De volgende onderdelen zijn van historisch belang:
– het rondlopende voorplein met klinkers bestraat. Midden op het gazon een lantaarn (zie hiervoor onderdeel 12).
– de ten noorden en oosten van de huisplaats liggende tuinen, die grotendeels zijn omgracht. Aan de noordkant de voormalige moestuin met muren (zie hiervoor onderdeel 8) en koude bak en de boomgaard met kas (zie hiervoor onderdeel 9A en 9B). De paden zijn afgezet met aan de bovenzijde afgeronde, gebakken stenen.
– de open ruimte ten zuiden van de stallen, de voormalige paardenwei
– de laan aan de oostzijde (begin 19de eeuw) (oude Almenseweg), laanbomen met zomereik
– het wandelbos aan de zuidkant van de buitenplaats met zomereik, beuk en heesters.
– de verdiept liggende oprijlaan tussen de esgronden aan de zuidkant naar het huis (vóór 1900). Klinkerweg met laanbomen (zomereik).
– de akkers ter weerszijden daarvan. Open ruimte van visueel belang naast de zuidelijke oprijlaan
– in het zuidelijk deel de gebogen laan vanaf de Almenseweg naar de oprijlaan, beplant met laanbomen (beuk)
– de parkweide ten westen van huisplaats (Hoge Wei)
– de wandeling in het parkbos ten westen van zuidelijke oprijlaan met opmerkelijke solitairen als paardenkastanje, beuk, plataan, linde
– het parkbos met slingerpad aan de westkant van de plaats
– de beukenlaan met kleine ronde vijver ten westen van de klaverweide
– de bosvijver met rondwandeling aan de noordwestkant van de plaats
– de klaverweide ten noorden van de huisplaats
– het sterrenbos en notenbos met watergang
Waardering
HISTORISCHE TUIN- en PARKAANLEG, behorend tot de historische buitenplaats Den Bramel, van algemeen cultuurhistorisch belang
– wegens de ouderdom
– wegens de vrijwel compleet aanwezige structuur van waterlopen, lanen en terrein direct rond het huis uit de 17de eeuw
– wegens de landschappelijke aanleg uit de 19de en 20ste eeuw om de oudere structuur heen
– wegens de visueel ruimtelijke context waarin de gebouwen bewust een plaats hebben
LANDGOED DEN BRAMEL, ALMENSEWEG 47, VORDEN
Brochure Open Monumentendag Bronckhorst 2012
Kasteel Den Bramel is een buitenplaats en voormalig kasteel ten noorden van de weg Vorden-Almen.
Al in 1396 is er sprake van ene Gerrit den Bramel, of Gerrit van Bramelen. Van het voor het eerst in 1396 vermelde kasteel en die uit ongeveer 1645 resteert weinig meer.
Het huis heeft zijn tegenwoordige omvang gekregen zo omstreeks 1725. Gebouwd met gebruikmaking van ouder muurwerk van een eerder huis. In 1863 trouwt Jhr. Imilius Frederik Storm van ’s Gravesande, dan eigenaar van het huis, met Ernestine Amoena Sophia barones van Heeckeren van Waliën. Het is dit echtpaar dat het huis zijn tegenwoordige aanzien gaf. Eerst wordt in 1868 op de plek van een tamelijk onaanzienlijk uitbouwsel een gebouw met een neorenaissance trapgevel gezet en in 1881 werd het huis voorzien van een met leien gedekt dak met daarop het daktorentje. Toen moet ook de dubbele stoep verdwenen zijn en werd de mooie zandstenen ingangspartij aan het oog onttrokken door een neogotisch voorportaal, gekroond met een spitsje. Bij deze verbouwing moet gebruik gemaakt zijn van de afbraak van een kerk De dakruiter heeft een klok met opschrift ”Soli Deo Gloria” 1735, het spitsje een windwijzer met daarin uitgezaagd een haan en de theekoepel op het voorplein bezit een aantal onderdelen van een kerkorgelfront.
Het echtpaar Strom overleed kort na elkaar, hij in 1891, zij in 1892 en aangezien er nogal wat erfgenamen waren, moest besloten worden tot verkoop.
In 1897 werd het landgoed in percelen verkocht en het huisperceel met enige grond werd verworven door Heinrich Thate ten behoeve van zijn zoon Wilhelm Julius. Den Bramel is nu eigendom van mevrouw T. Blom-Thate.
Het landgoed Den Bramel is ook vooral bekend om zijn bijzondere bomen. De ”dikke boom”, een Rode beuk (Fagus sylvatica), is enige tijd geleden geveld. Langzaam werd deze reus door tonderzwammen opgegeten en sinds de zomer 2008 zaten er aan de voet van deze Rode beuk fikse reuzenzwammen. Met een stamomtrek van 740 cm (onder de knobbels) behoorde zij tot de dikste beuken van Nederland.
Opvallend waren de vele knobbels, knoesten en gaten. Rode beuken zijn meestal geënt op een onderstam van een groene beuk, hetgeen de vreemde vergroeiingen verklaart. De kroon was majestueus: 35 meter breed. De boom dateerde van rond 1800, en was daarmee ruim 200 jaar oud. Tot aan het einde van de vorige eeuw stonden er twee Rode beuken. Een ervan is reeds in de negentiger jaren van de vorige eeuw ter ziele gegaan.
Maar ook andere bomen in het park spreken zeer tot de verbeelding. Zo kunnen we onder meer genieten van de Mammoetboom (Sequoiadendron giganteum) en de Gewone plataan (Platanus × hispanica).