Hoeve Wiggerink is de enige krukhuisboerderij in Bronkhorst. In tegenstelling tot de T-boerderij heeft dit type een enkele uitbouw, zo ontstaat een L-vorm, de kruk genoemd. De uitbouw is hier goed te zien.
Sedert 2008 is Hoeve Wiggerink weer in oude luister en ook in de kenmerkende Bronkhorster kleuren, waaronder het Bronkhorst rood.
Oorspronkelijk was het een ’Los Hoes’, een hallehuis waar mens en dier in één ruimte leefden. Dit Los Hoes is vermoedelijk verloren gegaan bij de grote stadsbrand van 1770. In de kelder was nog een hoek met verbrande resten achter een nieuwe gemetselde muur.
In 1851 is de boerderij uitgebreid met het nieuwe voorhuis met een opkamer en hieronder de kelder. Het huis was in een eeuw amper onderhouden en in erbarmelijke staat.
In 2007 startte de grote restauratie. Tot de bovendorpels van de kozijnen werd de kap gedemonteerd.
De voor- en achtergevel werd geconserveerd en de markante muur aan de achterzijde van de uitbouw (de kruk), welke 21 cm uit het lood stond werd laag voor laag opgekrikt tot nu 3 cm uit het lood. De muren worden in het gareel gehouden door 3500 kg staal onder de bovenplaten, waar het dak op rust.
Op één gebintligger na zijn alle eiken gebinten van elders hergebruikt en alle balken in kelder, verdieping en dak zijn van inlandse eik.
In het zicht zijn deze gedisseld.
Foto links en boven, de laatste telg van de familie Wiggerink werd bijna 100 jaar en heeft in 1926 nog een hoogwater herkenningsteken in de voorgevel gemaakt.
Het water stond –Keulse maat- 9.66 m hoog en zeg maar 160 cm buiten tegen de gevels!
Door ijsschotsen werd vaak muurwerk beschadigd. De watersnood verdween door het dichten van de IJsseloverlaat. Vooral tussen 1880 en 1890 waren er vele jaren met extreem hoog water en moesten de bewoners en vee verhuizen naar familie welke op een letterlijk hoger niveau woonden. In de zijmuur van de opkamer heeft een vluchtdeur gezeten. Deze is in 1940 dichtgemetseld. Vluchtdeuren komen meer voor in het rivierengebied.
“In dit voormalige bakhuis (foto boven) was de vishandel gevestigd.
Met een bakfiets ventten Arend Wiggerink en later zoon Herman door de gemeente Steenderen en aan huis, in de schuur, werd de vis verkocht.
Arend kwam van de Kerkhofweg in Steenderen en bracht de vishandel vandaar mee naar Bronkhorst.
De familie Wiggerink had een standplaats o.a. op de Bronkhorster kermis en verkocht behalve vis ook patates frites, knakworst enz.” aldus Wim Knaake.
Achter het bakhuis staat een historische spieker met een overhellende topgevel aan beide zijden. Een spieker was meestal 4 x 6 meter groot en geheel uitneembaar (verhuisbaar) met ruim 100 pennen en sleutels gemonteerd en op de begane grond een werkplaatsje voor een klompenmaker, mandenvlechter enz. Op de bescheiden verdieping lag het pootgoed (zaden) voor het nieuwe plantseizoen. Vrij van muizen?
Achter op het erf staat een grote eiken veldschuur met de houtvoorraad van de kachel, ruimte voor vele auto’s , hobby en meer.
Bij de restauratie in 2007-2008 is de boerderij voorzien van de modernste isolatie. Het huis is feitelijk ’potdicht’ mét een Warmte Terugwin (WTW) systeem. Dit zorgt voor een aangenaam binnenklimaat met luchtverversing / ventilatie én behoud van warmte. Deze restauratie is uitgevoerd door architecten bureau Boerman Kreek te Steenderen.
Bronnen: Rijksmonumentenregister en Paul Kok.
Hoeve (XIX A). Woonhuis en deel onder een dak.