Bron: Rijksmonumentenregister
Omschrijving
Het deels aan de rechterzijde onderkelderde MEESTERSHUIS (1) heeft één enkele bouwlaag onder een schilddak, gedekt door gesmoorde kruispannen. De gevels zijn gemetseld in kruisverband en hebben een omlopende gepleisterde plint. Alle vensters worden afgesloten door een gepleisterde segmentboog met verhoogde sluitsteen (tenzij anders vermeld). Aan de onderzijde hebben de vensters gepleisterde lekdorpels met daaronder een gepleisterde lateiachtige versiering. De gevels zijn verder voorzien van rosetvormige sierankers, een omlopend witgepleisterd fries en een omlopende geprofileerde bakgoot op gesneden klossen.
De symmetrisch ingedeelde VOORGEVEL heeft twee hoekpilasters met gepleisterde sierblokken en wordt afgesloten door een witgepleisterd fries met daarboven een gecorniste kroonlijst. In het midden van het fries bevindt zich de geschilderde tekst “meestershuis”. De vensters en deuropening zijn voorzien van gepleisterde afsluitingen met ingekraste motieven en verhoogde sluitstenen met diamantkoppen. Het midden van de gevel heeft een deurkozijn op hardstenen neuten en dorpel, voorafgegaan door een hardstenen stoepje. Het deurkozijn heeft een gepleisterde omlijsting en wordt afgesloten door een gepleisterde segmentboog met oren. In het kozijn bevindt zich een rijk uitgevoerde deur met kussens, voorzien van een enkelruits bovenlicht. Rechts van de toegang heeft de gevel een gevelsteen met daarop de tekst: “Eerste steen gelegd door J.C.J. Remmelink, 13 sept 1893, Deut 4 vers 9”. De toegang wordt aan beide zijden geflankeerd door een T-schuifraam voorzien van opgeklampte luiken. De schuiframen zijn aan de onderzijde voorzien van gepleisterde lekdorpels met daaronder een versiering met ingekraste motieven. Boven de gepleisterde bogen is de gevel voorzien van vier sierankers. Het dakschild heeft een aangekapte dakkapel, voorzien van een 2-ruits stolpraam. De dakkapel heeft een frontonachtige bekroning en geprofileerde daklijst. De LINKER ZIJGEVEL heeft aan de rechterzijde een T-schuifraam met flankerende opgeklampte luiken. Aan de linkerzijde heeft de gevel een groot deurkozijn, voorafgegaan door twee hardstenen treden. Het kozijn is voorzien van twee naar binnen draaiende enkelruits paneeldeuren met enkelruits bovenlicht. Boven de gepleisterde bogen van venster en deurkozijn bevinden zich zes sierankers. Het dakschild is voorzien van een gemetselde schoorsteen met ceramische schoorsteenpot. De RECHTER ZIJGEVEL is in het midden voorzien van een T-schuifraam met flankerende opgeklampte luiken. Onder het schuifraam bevindt zich een dwarsgeplaatst tweedelig kozijn met opgeklampte houten luifel, dat is voorzien van twee enkelruits ramen. Het kozijn wordt afgesloten door een steense strek. Rechts van het schuifraam bevindt zich een dwarsgeplaatst driedelig kozijn, voorzien van drie enkelruits matglazen ramen. De gevel is voorzien van zes sierankers. De ACHTERGEVEL heeft aan de linkerzijde een deurkozijn op hardstenen neuten en dorpel, voorafgegaan door een gemetseld stoepje. Het kozijn is voorzien van een paneeldeur met enkelruits bovenlicht. Rechts van de deur heeft de gevel twee identieke T-schuiframen met flankerende opgeklampte luiken. Boven De gepleisterde bogen heeft de gevel vijf sierankers. Het dakschild is ter hoogte van de nok voorzien van een gemetselde schoorsteen. Het INTERIEUR van het pand heeft nog behoudens een kleine wijziging de oorspronkelijke indeling behouden. De centrale hal wordt aan de voorzijde geflankeerd door de voor- en achterkamer aan de linkerzijde en een werkkamer aan de rechterzijde. Er is nog een opkamer. Verder bereikt men via de gang aan de rechterzijde de trap en het achterliggende keukengedeelte. Het pand bevat nog het grootste deel van de oorspronkelijke interieurelementen zoals onder andere een tegelvloer in de hal, paneeldeuren, marmeren schouwen, lambrizeringen en in hoog reliëf uitgevoerde stucplafonds.
Waardering
MEESTERSHUIS in eclectische bouwstijl gebouwd aan het einde van de 19e eeuw.
– van architectuurhistorische waarde als gaaf bewaard typologisch voorbeeld van een rijk uitgevoerde meesterswoning in eclectische bouwstijl met invloeden van het neoclassicisme en de Hollandse neorenaissance uit het einde van de 19e eeuw. Het pand valt op door hoogwaardige esthetische kwaliteiten zoals onder andere de gave verhoudingen en de rijk uitgevoerde gevels met gepleisterde versieringen.
– van stedebouwkundige waarde door de prominente situering van het pand aan de Bronkhorsterweg. Het pand maakt een belangrijk onderdeel uit van de historisch gegroeide bebouwing aan de Bronkhorsterweg.
– van cultuurhistorische waarde als onderdeel van de sociaalhistorische ontwikkeling van de gemeente Steenderen. Het object vormde samen met de thans verdwenen school een belangrijk onderdeel binnen de Hervormde gemeente in Steenderen.