Laag-Keppel Dorpsstraat 41 Kasteel Keppel

  1. Home
  2. Monumenten
  3. Laag-Keppel Dorpsstraat 41 Kasteel Keppel

Laag-Keppel Dorpsstraat 41 Kasteel Keppel

Monument ID

528692

Adres

Dorpsstraat LK 41

Plaats

Laag-Keppel

Bouwstijl

Kasteel-Landhuis

Monument soort

Rijksmonument

Datering

Vanaf circa 1300

Gemeente

Bronckhorst

Het kasteel is alleen van afstand te bekijken omdat het wordt bewoond. Vlakbij het kasteel is een Toeristisch Overstap Punt (TOP) vanwaar je de omgeving kunt verkennen.

Over de Landgoedvisie van het Landgoed Keppel is een artikel verschenen in editie 15 juni 2014 van de Hessencombinatie.

Het kasteel staat op een eiland tussen twee takken van de Oude IJssel. Rondom de middeleeuwse donjon (ca. 1300), ontstond een kasteel. Na krijgsgeweld was het kasteel tussen 1582 en 1609 tot een ruïne vervallen en werd vanaf 1609 aan herbouw begonnen. Stadsbouwmeester Willem van Bommel kreeg opdracht tot volledige herbouw van het kasteel, in 1620 was dit voltooid. Tussen 1740 en 1750 werd het aan de achterzijde uitgebouwd. In 1780 werd het poortgebouw veranderd. In 1962 is het kasteel over gedragen aan de Pallandt van Keppel Stichting.

Bron: Rijksmonumentenregister
Omschrijving

Op een vrijwel vierkante plattegrond gelegen KASTEEL van drie bouwlagen hoog, opgetrokken van rode baksteen met sierende details in natuursteen. Het gebouw bestaat uit een voorvleugel met vooruitspringende middenpartij (1615, gewijzigd omstreeks 1777), een rechterzijvleugel of IJsselvleugel (XIV, gewijzigd tussen 1743 en 1750 en nogmaals in 1850) waar een donjon (vier bouwlagen, XIV, herbouwd in 1614) deel van uitmaakt, een linkerzijvleugel of Zaalvleugel (1619-1620, gewijzigd in 1781-1782) en een achtervleugel (ca 1850), alles rond een binnenplaats. Het kasteel ligt binnen een omgrachting en is via een dam toegankelijk.

EXTERIEUR. De voorvleugel of poortgebouw is opgetrokken van rode baksteen en met horizontale natuurstenen waterlijsten en geschilderde banden versierd. Zij bevat de toegang en wordt bekroond door een topgevel in Vredeman de Vries trant met gecanneleerde Ionische zuiltjes op hoge voetstukken met diamantkoppen en een piron als afsluiting, voluten langs de daklijst, oculi, onderling verbonden met natuurstenen banden en gebeeldhouwde frontons boven het verdiepingsvenster en op de geveltop. Het beeldhouwwerk in het fronton boven het verdiepingsvenster is secundair verwerkt.
De ingang is in 1777 naar het midden van de gevel verplaatst en kreeg een hoge dubbele deur met zware classicistische segmentvormige omlijsting geflankeerd door roedevensters. Op de verdieping drie vensters met roedeverdeling. Tussen de vensters van hal en verdieping zijn plaquettes met een guirlande ingemetseld van hetzelfde type als op de piëdestals op de dam (zie hiervoor onderdeel 8). Sporen van waterlijsten en van vroeg 17de-eeuwse vensters zijn zichtbaar.
In de gevel in jaartalankers 1615 en een steentje met: ‘ Dit huis hef t gemackt meister Willem van Bommel’. De gevel aan binnenplaatszijde vertoont sporen van dichtgezette vensters; op de bovenste verdieping dichtgemetslede openingen op een waterlijst: sporen van een verbindingsgang of weergang.
De gevel wordt met een trapgevel afgesloten. In de hoek tussen de voorvleugel en de zaalvleugel staat een traptoren met vensters onder getoogde of rondboog strekken. Op de een na hoogste geleding een hijsluik. In de top vensters in ronde nissen.
De toren wordt met een helmdak afgesloten. Op de wijzerplaat van de klok staat het jaartal 1814. De zaalvleugel bestaat uit drie verdiepingen en een met leien gedekte kap. Op de hoeken veelzijdig uitgebouwde hoektorens.
De kelderverdieping is opgetrokken van verschillende maten baksteen, samenhangend met verschillende bouwperioden. Hierin een aantal vensters waarvan de meest oostelijke in rondboognissen. Het baksteenwerk is versierd met geschilderde banden die zich over de torentjes voortzetten. In de nissen met gedrukte boog roedevensters (XIX) ter vervanging van de oorspronkelijke kruisvensters. In het dakvlak dakkapellen onder op het hoofddak aanlopend samengesteld dakje met piron. De noordoost toren op een natuurstenen, laat gotische draagsteen, heeft lang gerekte nissen met 19de-eeuwse vensters en wordt met een helmdak afgesloten. De zuidoostelijke toren rijst uit de gracht op, is forser dan zijn tegenhanger, heeft eveneens vensters in ronde nissen en wordt met een helmdak afgesloten. Aan voorpleinzijde heeft de zaalvleugel een over twee verdiepingen opgaande, geprofileerde korfboog waarin per verdieping een venster.
Aan de achter- of zuidoostzijde wordt de zaalvleugel gedomineerd door een hoge, veelhoekige schoorsteen en vensters in rondboognissen. De benedenvensters zijn blind. Aan binnenplaatszijde zijn de vensters van de zaal in 1781-1782 gedicht ten behoeve van een collectie portretten die toen in de zaal werd aangebracht. Jaartalankers met 1619.
De donjon op de noordwesthoek van het kasteel bestaat uit een kelderverdieping, drie woonverdiepingen en een kap. Het baksteenwerk is met geschilderde banden verlevendigd. Vensters in boognissen. Ingezwenkt schilddak met leien gedekt. Dakkapellen. Onder de dakrand duivengaten.
In de noordwestmuur een gevelsteentje met: ‘ Dit werck het gemackt M. Willem van Bommel Ao 1614’. De IJsselvleugel bestaat uit drie verdiepingen en een kap. De verschillen in het metselwerk wijzen op de verschillende verbouwingen die deze vleugel in de loop der tijden heeft ondergaan. In het rechtergedeelte vensters met kleine roedeverdeling (omstreeks 1750). In het linkerdeel achtruitsvensters uit het midden van de 19de eeuw.
Aan de achterzijde is de IJsselvleugel vier traveeën breed. Het baksteenwerk van het onderste deel is van een groter formaat dan daarboven. In deze gevels enkele blindnissen en vensters met kleine roedeverdeling.
Aan binnenplaatszijde eveneens vensters met kleine roedeverdeling en ‘Renovatum MDCCL’. Voorts bevindt zich aan deze kant de uitgebouwde keuken (voorheen poetskamer) die omstreeks 1850 werd toegevoegd. Omstreeks 1850 werd het gebouw met een achtervleugel gesloten. Op kelderniveau oude baksteen. Daarboven 19de-eeuws baksteenwerk met achtruitsvensters.
De zaal- en achtervleugel liggen samen onder een omlopend schilddak dat aan de noordwestkant aansluit op de donjon (dakmoet van oorspronkelijke hoogte nog zichtbaar) en aan de andere zijde tegen de zaalvleugel. Aan binnenplaatszijde achtruitsvensters, blinde nissen en een steentje met 1850.

Van het INTERIEUR is het volgende vermeldenswaard. De kelders met ribloze kruisgewelven tussen gordelbogen, ton- en troggewelven behoren tot de oudst bewaard gebleven delen van het kasteel. In de donjon zijn sinds 1762 de keukens ondergebracht. Een voedsellift die in verbinding stond met de daarboven gelegen eetkamer (thans Muziekkamer) is dichtgezet. De ruimte waar het liftje zich bevond was oorspronkelijk een inmurige trap van de donjon.
Op de hoofdverdieping is de Hal in 1777 vergroot en symmetrisch ingedeeld met deuren en schijndeuren. In 1781-1782 volgden de stucdecoraties door Joseph Peretti met versiering met jachtattributen en attributen van kunsten en wetenschap aan geplooide strikken. Onder het plafond loopt een gestucte lijst met acanthusmotieven. Het plafond zelf, een ovale gedrongen koepel, is gedecoreerd met om elkaar slingerende linten, rozetten en guirlandes. Een groot rozet omgeven door een brede profiellijst vormt het middenstuk.
Vanuit de hal leidt een gesneden eikenhouten trap met bordes op naar de Zaal. In de tweede helft van de 17de eeuw kreeg de Zaal een rijk gedecoreerde schouw met het portret van Adriaan Werner van Pallandt en diens kwartierwapens. Ten behoeve van een reeks vorsten- en familieportretten zijn de vensters aan binnenplaatszijde in 1781-1782 gedicht. Plafond met geprofileerde stuclijsten en guirlandes versierd.
Aan weerskanten van de schouw een deur waarvan de linker naar het volgende vertrek leidt, de Biljartkamer. In het begin van de 19de eeuw is dit vertrek opnieuw gedecoreerd met papierbehang dat is bedrukt met een geometrisch patroon van geplooide draperieën in geelbruine tinten en randen van opgenomen grijswit kantwerk op een zwarte ondergrond. De deuren naar de Zaal en een achtertrap kregen een dessus-de-porte met een polychrome klassieke voorstelling op een zwart fond in empirestijl. Het witte plafond met eenvoudige middendecoratie sluit op de wanden aan met een geel geschilderde koof die in de hoeken wordt verlevendigd met wit gestucte bladertakken en in het midden een rozet. Het paraplugewelf in de oostelijke hoektoren is versierd met stucwerk in de gewelfvelden van een schelp en gekanteelde vaas. Via een trappenhuis achter de kleine hall en een gang (1743-1750) zijn de vertrekken in de IJsselvleugel te bereiken.
De meeste kamers zijn van 18de-eeuwse schouwen, deuren en omlijstingen voorzien. Vermeldenswaard zijn de Gobelinkamer op de zuidhoek met vijf 18de-eeuwse tapijten voorzien van voorstellingen van kastelen en vogels in een landschap; de Eetkamer met beschilderd behang van vazen en dieren in trompe l’oeil techniek en de Muziekkamer met beschilderd behang uit 1746, met landschappen door Dirk Dalens III (1688-1753), afkomstig van een huis aan de Herengracht te Amsterdam.
De donjon biedt plaats aan de Blauwe Salon, overkluisd door twee ribloze kruisgewelven tussen een brede gordelboog. De aanzet van de bogen wordt door consoles in renaissancevormen opgevangen. Het decoratieve stucwerk, bestaande uit trofeeën met muziekattributen, medaillons met guirlandes en linten, vazen met bloemslingers en bladlijsten is in 1781-1782 naar ontwerp van Joseph Peretti tot stand gekomen.
Op de overige verdiepingen bevinden zich voornamelijk slaapkamers. De kappen zijn, met uitzondering van die van de donjon en entree, alle omstreeks 1900 vernieuwd.

Het KASTEEL Keppel behorend tot de historische buitenplaats Keppel is van bijzonder cultuurhistorisch en architectonisch belang:

– wegens de ouderdom
– wegens de verschillende bouwfasen vanaf de 14de tot en met de 19de eeuw die elk hun eigen karakter bewaard hebben
– wegens de plaats die het kasteel inneemt in de regionale geschiedenis
– wegens de intact gebleven indeling van het interieur
– wegens een aantal met name genoemde interieuronderdelen
– wegens de ensemblewaarde als onderdeel van de buitenplaats

Menu