Bron: website HCR De Gouden Karper Hummelo
In het archief van de stad Zutphen is een document gevonden waarop geschreven staat dat in het dorp Hummel een Herberg staat met een uithangbord met de naam De Carp.
Uit die stukken kunnen wij opmaken dat het toen een herberg, bierbrouwerij en landbouwbedrijf was.
Men kon hier de paarden stallen, iets eenvoudigs eten en er was plaats om te overnachten.
De herberg was gelegen aan een zandweg, het verkeer bestond uit paard en wagen.
Later wordt de weg verhard en komt er een paardentram langs. Enkele perioden verder wordt dit de tram van Emmerich naar Zutphen. Tot slot wordt de weg geasfalteerd en doet het gemotoriseerde verkeer haar intrede.
De herberg werd gepacht van de eigenaren van het landgoed Enghuizen. Op dit landgoed bevindt zich een grote vijver, wij gaan er vanuit dat hier Karpers in zwommen en dat daar de naam door is ontstaan.
De naam is driemaal veranderd: De Carp, De Goude Carp, De Gouden Karp.
Vanaf 1885 heet het De Gouden Karper.
Rond 1870 werd het beroep van herbergier veranderd in logementhouder en rond 1882 in Vergunninghouder.
De Bouwstijl van De Gouden Karper dateert uit midden 19e eeuw. Het is een rijksmonument.
Bewoners
Op 6 april 1882 neemt Willem Hupkes, landbouwer te Ellecom, de pacht over ingaande 1 mei 1882 van A. de Roos van het logement De Gouden Karp.
In het uittreksel van de gemeente Hummelo en Keppel staat: “W. Hupkes wordt pachter en krijgt vergunning om met den verkoop van sterken drank in het klein in drie localen van genoemd logement te blijven voortgaan, overwegende dat het debiet gedurende de laatste twaalf maanden heeft bedragen volgens opgave van den tegenwoordigen tapper A. de Roos, vijfhonderd liter”.
Op 14 juni 1922 wordt de vergunning overgeschreven ten name van G.J. Remmelink voorheen banketbakker en traiteur uit Doesburg. G.J. Remmelink had als bijnaam “De Krent” hetgeen niet was bedoeld omdat hij krenterig was. Op school had hij een hekel aan de Franse les en kwam daar regelmatig nors de klas binnen. Hij werd daarom “la Crainte” genoemd wat betekend “de vrees” (van de klas).
De Krent heeft met medewerking van zijn vrouw H. Remmelink-Wentink (die de leiding over de keuken had) het bedrijf geleid van 1922 tot 1962. Hij kocht in 1930 De Gouden Karper en onder zijn supervisie werd de grote feestzaal gebouwd (1930), de dependance ( 1934), werd een slaapkamer verbouwd tot Eetzaal 2 (1937), werd een aan de weg gelegen schuur veranderd in conversatiezaal, nu Eetzaal 3 (1951). Tot slot kocht hij in 1960 de naast gelegen oude lagere school, om op de speelplaats een nieuwe zaal te bouwen grenzend en aansluitend aan het gehele complex.
Samen kregen zij twee kinderen Henny en Teun. Henny is later getrouwd met W. Bakker en samen begonnen zij in Vorden Hotel Bakker. Teun die als 14-jarig jongetje al snel in de zaak moest helpen heeft samen met zijn echtgenote J.W. Remmelink–van Zadelhoff De Gouden Karper in de loop der jaren verder gerenoveerd en aangepast aan de wensen van de gasten. Samen kregen zij 4 kinderen: Rita, Janneke, Wilma en Jan. Dochter Rita komt na haar studie aan de Hogere Hotelschool te Scheveningen in 1973 in het bedrijf. Zij trouwt in 1975 met Caspar de van der Schueren, eveneens afgestudeerd aan de Hogere Hotelschool. Samen krijgen zij 2 kinderen Elisabeth en Reinier. Na het plotselinge overlijden van T.J.R. Remmelink in 1984 neemt het echtpaar het bedrijf over. Dochter Elisabeth heeft in maart 2010 De Gouden Karper overgenomen.