Bron: Rijksmonumentenregister
Inleiding
Deze gaaf bewaarde BOERDERIJ bestaat uit een WOONHUIS met aangebouwde VEESCHUUR/KOETSHUIS en is gesitueerd ten noorden van Baak aan de De Veersweg. Het rond 1925 in één bouwfase opgetrokken complex is gebouwd in Overgangsarchitectuur. Zowel het woonhuis als de hieraan vast gemetselde veeschuur vallen op door de gave verhoudingen en de detaillering van gevels, kap en dakkapellen. Opmerkelijk is ook het rijke materiaalgebruik voor kozijnen, ramen en deurkozijnen. Het woonhuis van de boerderij toont overeenkomsten met de contemporaine stedelijke bouwkunst. Het pand wordt omgeven door de oorspronkelijke erfstructuur. Deze bestaat uit een grindpad met gazon rond het woonhuis. Het erf wordt van de openbare weg gescheiden door een groene haag. Rondom de schuur heeft het erf een bestrating van klinkers.
Omschrijving
Het deels onderkelderde WOONHUIS heeft een rechthoekige plattegrond en telt één bouwlaag onder een samengesteld schilddak met gesmoorde Muldenpannen. Boven de gevels heeft het dak een omlopende geprofileerde bakgoot op rijk gesneden klossen. De nok is op beide uiteinden voorzien van zinken hoekpironnen. De gevels zijn gemetseld in kruisverband en hebben een omlopend trasraam dat wordt afgesloten door een halfsteens rollaag. De vensters van het woonhuis worden afgesloten (tenzij anders vermeld) door twee halfsteens rollagen waarvan de bovenste afwisselend is uitgekraagd. De kozijnen zijn aan de onderzijde voorzien van hardstenen lekdorpels.
De symmetrisch ingedeelde VOORGEVEL wordt aan de rechterzijde gedeeltelijk bedekt door de aangemetselde voorgevel van de bijschuur. De gevel heeft in het midden op de begane grond een deurkozijn op hardstenen neuten en dorpel, voorafgegaan door een stoepje met terrazzo. Het kozijn is voorzien van een paneeldeur met spion en een segmentboogvormig afgesloten 8-ruits raam van geel kathedraalglas. Boven de afsluitende strek van het deurkozijn bevindt zich een licht uitgekraagd siermotief dat bestaat uit een steense rollaag met aan beide uiteinden afhangende trapsgewijs verjongende vertikale strekken. Boven deze versiering heeft de gevel een rechthoekig kozijn, voorzien van een 2-ruits stolpraam met 6-ruits bovenlicht van geel kathedraalglas. Het deurkozijn wordt aan beide zijden geflankeerd door een T-schuifraam, voorzien van een 10-ruits bovenlicht van geel kathedraalglas. De schuiframen worden tot aan het kalf geflankeerd door gesneden paneelluiken. Ter hoogte van de afsluitende rollagen boven de schuiframen heeft de gevel vier muurankers. Het dakschild is in het midden voorzien van een aangekapte dakkapel met twee enkelruits ramen. De dakkapel wordt gedekt door een lessenaarsdak. Aan de linkerzijde achter de dakkapel bevindt zich een gemetselde schoorsteen.
De naar de straat gekeerde LINKER ZIJGEVEL heeft aan de rechterzijde een uitspringend geveldeel. Dit geveldeel is voorzien van een topgevel met daarboven een aangekapt zadeldak met geprofileerde houten windveer. Op de begane grond is het geveldeel voorzien van een T-schuifraam met 10-ruits bovenlicht van geel kathedraalglas. Het schuifraam wordt tot aan het kalf geflankeerd door gesneden paneelluiken. Boven twee muurankers heeft de topgevel een kozijn, voorzien van een 2-ruits stolpraam met 12-ruits bovenlicht van geel kathedraalglas. Het terugspringende geveldeel aan de linkerzijde heeft een T-schuifraam met 10-ruits bovenlicht van geel kathedraalglas. Het schuifraam wordt tot an het kalf geflankeerd door gesneden paneelluiken. Boven het raam bevinden zich twee muurankers. Boven de bakgoot is het dakschild voorzien van een aangekapte dakkapel met een 2-ruits stolpraam met 6-ruits bovenlicht. De dakkapel wordt gedekt door een lessenaarsdak.
De RECHTER ZIJGEVEL heeft aan de linkerzijde onder een platgedekte aankapping een vierkant kozijn, voorzien van een enkelruits raam met twee flankerende paneelluiken. De aankapping is voorzien van een omlopende geprofileerde daklijst en rust aan de rechter voorzijde op een gemetselde pilaar. Rechts van de aankapping heeft de gevel een enkelruits klapraam, afgesloten door een steense rollaag. Het afsluitende rechtse deel van de gevel heeft een T-schuifraam met 10-ruits bovenlicht van geel kathedraalglas. Het schuifraam wordt tot aan het kalf geflankeerd door gesneden paneelluiken. De bovenzijde van de gevel is voorzien van vier muurankers. Het dakschild heeft twee vernieuwde aangekapte dakkapellen met recente 2-ruits stolpramen. Ter hoogte van de nok is het dakschild voorzien van een gemetselde schoorsteen. De symmetrisch ingedeelde ACHTERGEVEL heeft op de begane grond naast elkaar drie T-schuiframen met 10-ruits bovenlichten van geel kathedraalglas. De schuiframen worden tot aan het kalf geflankeerd door paneelluiken. De gevel is voorzien van vier muurankers. Het dakschild heeft ter hoogte van de nok een gemetselde schoorsteen. Het INTERIEUR van het woonhuis heeft nog de oorspronkelijke indeling en het grootste deel van de oorspronkelijke interieurelementen bewaard. Links van de hal bevindt zich een voor- en achterkamer gescheiden door schuifdeuren. Rechts van de hal bevindt zich de oorspronkelijke woonkeuken. Achter de L-vormige gang bevinden zich nog twee slaapvertrekken. Het woonhuis heeft nog de oorspronkelijke gedecoreerde stucplafonds, schouwen, paneeldeuren, gesneden trappaal met balusters en terrazzovloeren.
De aan het woonhuis vast gemetselde VEESCHUUR heeft één bouwlaag onder een hoog wolfdak, gedekt met gesmoorde Muldenpannen. Aan de voor- en achtergevel is het dak voorzien van eenvoudige geprofileerde windveren. De gevels van de schuur zijn gemetseld in kruisverband en voorzien van een omlopende halfsteens rollaag. Behoudens de voorgevel zijn de gevels voorzien van eenvoudige ijzeren stalramen met gemetselde lekdorpels.
De a-symmetrisch ingedeelde VOORGEVEL heeft aan de linkerzijde een deurkozijn op hardstenen dorpel en neuten, voorzien van een opgeklampte houten paneeldeur. Het deurkozijn wordt aan beide zijden geflankeerd door een 2-ruits schuifraam met 4-ruits bovenlicht. De kozijnen zijn aan de onderzijde voorzien van hardstenen lekdorpels. Boven de kozijnen bevinden zich soortgelijke afsluitende rollagen als die in de gevels van het voorhuis. In het midden heeft de gevel een dubbele opgeklampte deeldeur (oorspronkelijk van het koetshuis), voorzien van twee 6-ruits ramen. De deeldeur wordt afgesloten door een anderhalfsteens segmentboog. Boven de segmentboog bevindt zich een rechthoekig kozijn, voorzien van een 8-ruits stolpraam. Aan de onderzijde is het kozijn voorzien van een hardstenen lekdorpel. Naast de eerder genoemde dubbele deeldeur bevindt zich een grotere opgeklampte deeldeur, voorzien van twee 8-ruits ramen. De deeldeur wordt afgesloten door een anderhalfsteens segmentboog. Naast een recente muuropening heeft het uiteinde van de gevel een opgeklampte enkele staldeur, afgesloten door een steense segmentboog.
De gedeeltelijk aan het woonhuis vast gemetselde LINKER ZIJGEVEL van de schuur heeft onder de aankapping een deurkozijn op hardstenen dorpel en neuten, voorzien van een enkele opgeklampte deur. Hierachter is de gevel voorzien van vier (oorspronkelijk 5) 6-ruits ijzeren stalramen, afgesloten door steense segmentbogen. Het laatste venster is voorzien van een recent enkelruits raam. De ramen worden afgewisseld met zeven opgeklampte staldeuren die eveneens worden afgesloten door steense segmentbogen. De gevel is onder de dakrand voorzien van zes rechthoekige ventilatiegaten. Het dakschild heeft een gemetselde schoorsteen.
De RECHTER ZIJGEVEL is thans voorzien van zeven vensters die worden afgesloten door steense segmentbogen. Thans bezitten nog drie van deze vensters de oorspronkelijke 6-ruits stalramen. De overige vensters zijn voorzien van recente enkelruits ramen, met aan het einde een betonraam. De gevel heeft onder de dakrand zeven rechthoekige ventilatieopeningen.
De ACHTERGEVEL heeft op de begane grond zeven enkele opgeklampte staldeuren waartussen vier ijzeren stalramen zijn aangebracht. Hiervan zijn drie ramen 6-ruits, welke worden afgesloten door een steense segmentboog. Het resterende kleinere raam is 4-ruits en wordt eveneens afgesloten door een steense segmentboog. Boven vijf muurankers heeft de gevel in het midden een 9-ruits ijzeren stalraam met scharnierend bovendeel. Dit raam wordt afgesloten door een halfsteens segmentboog. Aan beide zijden wordt dit raam geflankeerd door twee 6-ruits ijzeren stalramen, afgesloten door een steense segmentboog.
Het INTERIEUR van de schuur beschikt over acht zeer hoge en bijzondere etagegebinten van het ankerbalktype met daaronder een deel geflankeerd door later vernieuwde grupstallen.
Waardering
BOERDERIJ met aangebouwde VEESCHUUR, gebouwd in 1925 in Overgangsarchitectuur.
– van architectuurhistorische waarde als gaaf bewaard voorbeeld van een woonhuis in Overgangsarchitectuur met oorspronkelijke veeschuur met geïntegreerd koetshuis. Het complex valt op door hoogwaardige esthetische kwaliteiten zoals onder andere zichtbaar in de gave verhoudingen van het ontwerp, het rijke materiaalgebruik en het gaaf bewaarde interieur van woonhuis en schuur. Door het zeldzame type boerderij heeft het complex eveneens een typologische waarde.
– van stedebouwkundige waarde door de markante situering aan De Veersweg, waaraan meerdere historische boerderijcomplexen zijn gesitueerd. Woonhuis en schuur hebben ensemblewaarde door hun onderlinge samenhang.
– van cultuurhistorische waarde als gaaf bewaard voorbeeld van een boerderijcomplex met invloeden van de stedelijke bouwkunst.