Foto Mees Dekker, Zelhem
Bron: Rijksmonumentenregister
Tussen 1921-25 werd het huis De Wiersse voorzien van een brede aanbouw en een koepelachtige entreepartij naar ontwerp van architect professor Slothouwer, op basis van schetsen van W.E. Gatacre. Tegelijkertijd werd de (vermoedelijk aan het begin van de 19de eeuw gedempte) gracht aan de voorzijde van het huis doorgetrokken en werden de bakstenen BRUG die het toen ontstane eiland met het voorplein verbindt en de KEERMUREN langs het eiland en het voorplein gebouwd. De geprofileerde, hoog opgaande keermuren van het eiland hebben een wisselend, van naar rond en hoekig, verloop en worden afgedekt door geprofileerde natuurstenen dekplaten. De rood bakstenen keermuur langs het voorplein wordt eveneens door natuurstenen dekplaten gedekt. Op deze keermuur staat een gietijzeren leuning, bestaande uit balusters die door een regel met elkaar worden verbonden. Het eiland en het voorplein worden met elkaar verbonden door een bakstenen brug met hoge bakstenen zijden. De brug heeft een getoogde wateronderdoorgang. Het HEKWERK tussen de brug en het voorplein bestaat uit lage bakstenen pijlers op vierkante grondslag met natuurstenen dekplaat en twee hoge pijlers met natuurstenen spitse toppen die door een bol worden bekroond. Tussen de lage en hoge pijlers bevinden zich ijzeren hekwerk, met voluutvormige zijstukken en dwars geplaatst hekwerk. Tussen de hoge pijlers zijn twee draaibare ijzeren vleugels bevestigd.
De KEERMUREN en de BRUG met HEKWERK behorende tot de historische buitenplaats De Wiersse zijn van algemeen belang:
– vanwege de ouderdom;
– vanwege de architectonische vormgeving;
– als karakteristiek markeringspunt van de entree naar het kasteeleiland;
– vanwege de functioneel-ruimtelijke relatie met de andere onderdelen van de buitenplaats.