Bronkhorst, Joodse begraafplaats aan het Manenveld
De Joodse begraafplaats van Bronkhorst, ook wel ‘Straalmanshof aan de Bargstraat’ geheten, is gelegen aan het Maneveld, het verlengde van ’t Hof in Bronkhorst.
In het stadje Bronkhorst was al in de achttiende eeuw een joodse begraafplaats en een kleine synagoge gevestigd. De synagoge werd in de negentiende eeuw verplaatst naar Brummen, aan de overkant van de IJssel. De begraafplaats bleef dienst doen voor de joden van de plaatsen Bronkhorst, Steenderen en Brummen.
Waarschijnlijk is de oudst bekende Bronkhorster jood Benjamin Salomons. Op 1 april 1717 kreeg hij, tegen betaling van 10 gulden per jaar, vergunning om in de stad Bronkhorst te mogen wonen. Hij kreeg die toestemming van Johan Peter van Raesfelt, de kanselier van het Hertogdom Kleef en van het Graafschap Marck en Heer van Bronkhorst.
Dit bedrag mocht in vier delen van twee gulden en 10 stuivers betaald worden.
Van de begraafplaats is duidelijk dat deze in ieder geval in 1811 op het perceel Straalmanshof gevestigd was en in 1861 werd vastgelegd dat ze 195 m2 besloeg. Ook kregen de joodse ingezetenen ‘eene joodse kerk staande te Bronkhorst’. Al in 1818 werden er godsdienstoefeningen in een huissynagoge gehouden. In 1859 werd de plaats officieel als bijkerk erkend. In 1889 is de synagoge in Brummen ingewijd waar de joodse gemeenschap vanaf die tijd samen kwam.
De oudste grafsteen op de joodse begraafplaats in Bronkhorst dateert van 1859. Het is de zerk van Nathan Haim Mansfeld, geboren te Warschau op 28 december 1814 en overleden te Brummen op 24 april 1854. De laatste letters op zijn zerk zijn de afkorting voor: ‘Tehie Nisjmatï Tseroera Bitsror Hachajiem’, dat betekent: ‘Moge zijn ziel gebundeld worden in de bundel des levens’.
Van de minstens tien grafleggingen die van voor dat jaar bekend zijn ontbreken de graftekens. De aanwezige grafstenen verschillen sterk in uitvoering en grootte. Er staan
zeventien stenen en één steenfragment. Verder zijn er drie stenen grafpaaltjes zonder naamaanduiding of inscriptie.
Op het oudste deel van de begraafplaats moet nog een dozijn graven liggen. Daarvan zijn echter geen markeringen meer aanwezig. Twee graven zijn voorzien van een ijzeren hekwerk.
Het fraaie metaheirhuisje (huis ter reiniging) is volgens oude akten omstreeks 1859 gebouwd, in 1932 opgeknapt en in 1949 na oorlogsschade gerepareerd.
De laatste graflegging van Eva Aussen-Zeligman vond plaats in 1963.
Een fraai vormgegeven smeedijzeren hek geeft toegang tot de begraafplaats.
In 1963 werd de joodse begraafplaats in Bronkhorst op de lijst van beschermde monumenten geplaatst. De begraafplaats werd sinds 1968 onderhouden door de gemeente Steenderen, waaronder Bronkhorst viel. Deze kocht in 1980 het reinigingshuisje op het kerkhof en zorgde later voor de restauratie van het markante gebouwtje. Na de herindeling van gemeenten in 2005 valt Bronkhorst onder de gemeente Bronckhorst die het onderhoud op zich heeft genomen.
Bron: Brochure Open Monumentendag Bronckhorst 2016