Over de begraafplaats is een artikel verschenen in editie 28 sept 2017 van de Hessencombinatie.
Hummelo, N.H. Begraafplaats, Zelhemseweg naast nr. 4
Bij Koninklijk Besluit van 22 augustus 1827 werd het begraven binnen de bebouwde kom nader geregeld in Nederland.
Vanaf 1 januari 1829 was het in dorpen en steden met meer dan 1.000 zielen niet langer toegestaan te begraven binnen de bebouwde kom. Een begraafplaats diende buiten een straal van 30 à 40 meter van de bebouwde kom te liggen. Hummelo viel in die tijd boven de grens van 1.000 inwoners.
Dit Koninklijk Besluit zadelde de kerkvoogdij en notabelen met een probleem op. Het was toen niet anders dan nu, de kerk had geen financiële ruimte om een nieuwe begraafplaats aan te kopen en in te richten.
Dat het landgoed Enghuizen veel voor Hummelo betekent mag als bekend worden verondersteld. Toen de kerk met bovengenoemd probleem werd geconfronteerd was de heer van Enghuizen bereid de helpende hand toe te steken. Hij heeft toen kosteloos afgestaan ‘een plaats op Hofstee Loonkamp gelegen aan de zuidzijde van het dorp’.
Op 6 september 1828 heeft de gemeenteraad van Hummelo en Keppel, H.J.C.J. van Heeckeren van Enghuizen, D.W. Nijenhuis en H. Alderkamp, leden van de gemeenteraad, benoemd om met de ingezetenen van Hummelo over te gaan tot het aanleggen van een nieuwe begraafplaats en het ontwerpen van een reglement.
Per 1 januari 1829 konden begravingen plaatsvinden.
‘Groeven’ werden bij loting toebedeeld, in totaal 115 stuks.
Per groeve moest een bedrag van fl. 7,– betaald worden.
Baron van Heeckeren kocht 40 groeven waarop hij op 22 februari 1840 het eigendom verkrijgt. De verworven groeven werden in de loop der jaren door Van Heeckeren successievelijk uitgegeven. Het tekort werd aardig teruggebracht, echter nog niet voldoende waardoor werd besloten dat per groeve een belasting betaald moest worden van fl. 1,–. Omdat hier verder niets meer over wordt vermeld, mag worden aangenomen dat men kennelijk uit de zorgen was.
Het oppertoezicht van de administratie van de begraafplaats werden toevertrouwd aan een speciale commissie waarin te allen tijde zitting heeft de heer van Enghuizen als president en acht notabelen van de kerkelijke gemeente.
Weer later, op 28 september 1896, schenkt Hendrik Jacob Karel Jan Walraven baron van Heeckeren van Enghuizen een stuk grond ter uitbreiding van de begraafplaats ter grootte van 6 are 15 centiare.
Nog later, weer om niet, schenkt Adolph Sweder Hubertus graaf van Rechteren Limpurg een stuk bos en moeras ter grootte van 86 are en 20 centiare. Deze akte passeerde bij de notaris op 17 januari 1947. Het opgaande hout blijft eigendom van de schenker en het struikgewas aan de begiftigde.
Dit plantrecht is omstreeks 2000 overgedragen aan de Protestantse Gemeente te Hummelo.
Dit moeras en lager gelegen bosperceel is later opgehoogd met zand afkomstig van een stuifduin tegenover boerderij ‘de Pas’ aan de Hessenweg.
Achter op de begraafplaats, aan het einde van het centrale pad, ziet u een grafkelder. Dit is een familiegrafkelder, welke staat op een 585 m2 groot perceel. Het perceel is destijds buiten de schenking gebleven en is dus, inclusief de familiegrafkelder, eigendom van de familie Van Rechteren Limpurg.
De grafkelder is omstreeks 1830 gebouwd en het monument hierop is in 1851 geplaatst. Dankzij de familie Van Rechteren Limpurg en hun voorgeslacht beschikt de Protestantse gemeente over een eigen begraafplaats.
Naast uiteraard vele inwoners van Hummelo zijn hier ook graven van vijf vliegeniers uit het Gemenebest. Ze zijn allen gesneuveld op 1 oktober 1940.
Bron: Brochure Open Monumentendag Bronckhorst 2016