Van Ludger tot Lamberti
Bronckhorst – Het was in de dagen van keizer Karel de Grote … Het lijkt alsof er nu een evangelie wordt geschreven. Dat is niet het geval, maar daar ergens ligt wel het begin van de naam Salehem, gegeven aan de verzameling boerderijen die in het gebied rond het huidige Zelhem stond.
De monnik Ludger kreeg rond het jaar 800 na Chr. de opdracht van keizer Karel om de missie van Bonifatius voort te zetten: verspreiding van het Christendom. Bonifatius was ermee begonnen in Dokkum en daar eindigde zijn tocht ook; hij werd door de Friezen vermoord. Daarvan geleerd hebbende kreeg Ludger steun van een groep soldaten om veilig door het oosten van het land te reizen.
Strategisch
Op zijn tocht door Oost-Nederland trok Ludger van Drachten via Joure, Kampen, Zwolle, Deventer en Vierakker naar Zelhem Zijn opdracht was om in die plaatsen kerken te stichten. Vierakker en Zelhem waren plaatsen van strategisch belang. Bij Vierakker was een doorwaadbare plaats in de IJssel; Zelhem lag op een kruispunt van destijds belangrijke wegen.
De kapel van destijds bood een (staan)plaats aan zo’n veertig gelovigen. Met het stichten van deze kapel in Salehem, nu Zelhem, en de verbinding van Ludger met het bisdom Münster ontstond er een band tussen die plaatsen. De huidige boerderij Smedekinck wordt rond het jaar 1340 ook al genoemd als eigendom van het bisdom Münster.